ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael redden dieren in Kameroen

Duurzame overeenkomsten maken jacht stilaan overbodig

Wetenschappers van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael zijn erin geslaagd om de jacht op chimpansees en westelijke laaglandgorilla’s in het Centraal-Afrikaanse Kameroen te verminderen. Ze overtuigden 86 gezinnen bij het Dja Wildreservaat om commerciële jacht in te ruilen voor duurzame initiatieven. “Ons driejarig onderzoek bewijst dat deze aanpak de gevaren voor bedreigde diersoorten aanzienlijk vermindert én de economische positie van de lokale gezinnen versterkt. Een belangrijke stap in duurzaam natuurbehoud!" legt onderzoekscoördinator Jacob Willie uit. 

Het Dja Wildreservaat is een UNESCO-werelderfgoedlocatie in het zuiden van Kameroen en dient als één van de laatste toevluchtsoorden voor veel bedreigde diersoorten waaronder ook primaten. Ondanks deze status blijft het reservaat onder zware druk staan door de jacht. "In het tropisch regenwoud van Afrika is wildvlees een belangrijke voedsel- en inkomstenbron voor lokale gemeenschappen. Jaarlijks wordt er in Afrika ongeveer 6 miljoen ton wildvlees per jaar geconsumeerd," legt doctoraatstudent Jacques Keumo Kuenbou uit. Deze jachtactiviteiten bedreigen echter de populaties van bedreigde diersoorten en verstoren het ecologische evenwicht.

Deze jachtactiviteiten bedreigen echter de populaties van bedreigde diersoorten en verstoren het ecologische evenwicht. – Doctoraatonderzoeker Jacques Keumo Kuenbou

Om deze uitdagingen aan te pakken, lanceerde de dierentuin in 2000 het ‘Projet Grands Singes’ (PGS). Decennialang combineerde het team - gestationeerd in het zuidoosten van Kameroen - wetenschappelijk onderzoek met sensibilisering van de lokale bevolking. "Vroeger probeerden we dieren te beschermen door gebieden af te zetten of boetes uit te delen, maar dat veroorzaakte conflicten en bood geen duurzame oplossingen. We hebben daarom een aanpak ontwikkeld waarin we zowel de behoeften van de fauna als die van de lokale bevolking integreren," aldus Willie. Tot voor kort ontbrak er empirisch bewijs dat deze principes daadwerkelijk werkten, maar het huidige onderzoek brengt daar verandering in.

Alternatieve drijfveer

Gedurende drie jaar onderzochten de wetenschappers van ZOO Antwerpen een methode waarin inwoners persoonlijk betrokken waren in het conservatieproject en er rechtstreeks de vruchten van plukten. De hoeksteen van het onderzoeksproject zijn de zogenaamde REA’s, de ‘reciprocal environmental agreements’. Dat zijn wederzijdse milieubeschermingsovereenkomsten die worden afgesloten tussen de conservatie-organisatie en individuele leden van de lokale gemeenschap. Als plaatselijke bewoners deze schriftelijke wederzijdse milieubeschermingsovereenkomsten tekenen, engageren ze zich om minder te jagen in ruil voor technische ondersteuning voor cacao- en visserijactiviteiten. Kortom: ecologische integriteit gaat in een REA hand in hand met alternatieve inkomstenbronnen.

Jacques Keumo Kuenbou licht toe: “In de regio wonen ongeveer 200 gezinnen, waarvan meerdere leden jagers zijn. 86 gezinnen ondertekenden de overeenkomst, terwijl 57 dat nog niet deden. De samenwerking was vrijwillig. We verzamelden gedetailleerde gegevens over de impact van de REA’s op hun jachtgedrag, voedselzekerheid en economische situatie."

Meetbaar effect

Aan het begin van het project waren er geen significante verschillen in welzijn tussen de gezinnen die deelnamen en degenen die dat niet deden. Na drie jaar werd echter een aanzienlijke verbetering waargenomen. "Huishoudens die de overeenkomst ondertekenden, verhoogden hun inkomen met bijna 100 procent. Bovendien daalde de voedselonzekerheid van 41 procent naar 15 procent," meldt Kuenbou. De jagers besteedden ook minder tijd aan jagen en meer tijd aan landbouw. Daarnaast was er een afname van het gebruik van vuurwapens bij de jacht. Opmerkelijk is dat de jacht op chimpansees en gorilla’s in het eerste jaar nog voorkwam, maar daarna vrijwel verdween. Dit bevestigt een positieve trend in het behoud van wilde dieren.

Hoewel de aanpak succes heeft geboekt, stuitte het op enkele beperkingen. "Het overtuigen van jongere jagers bleek moeilijker, vooral omdat cacao pas na enkele jaren winst oplevert. Sneller renderende alternatieven, zoals werk als bosgids, zullen essentieel zijn om deze groep te betrekken. Bovendien daalde het aantal valstrikken in het bos niet, omdat hier voor de jagers weinig tijd in kruipt en snelle winst oplevert," legt Kuenbou uit. “Bij sommige gezinnen was er ook geen sprake van een verhoging van hun ecologische integriteit: ze ondertekenden niet per se omdat ze de dieren wilden redden, maar wel omdat ze vrezen dat andere buurtbewoners het niet meer eens zijn met de jacht op primaten.”

Wereldwijd potentieel

Onderzoekscoördinator Jacob Willie benadrukt het belang van deze studie: "Dit onderzoek toont aan dat REA’s kunnen leiden tot een echte culturele verandering. Hoewel dat tijd vergt, is de impact duidelijk zichtbaar. De aanpak heeft wereldwijd potentieel en kan in verschillende contexten worden toegepast, met als basisidee dat wanneer mensen afhankelijk zijn van de natuur voor hun levensonderhoud, ze bereid kunnen zijn hun impact te verminderen in ruil voor steun. Deze conservatiebenadering kan zo een blauwdruk bieden voor duurzame natuurbehoudsinspanningen in verschillende ecosystemen en rurale regio’s wereldwijd.”

Deze conservatiebenadering kan een blauwdruk bieden voor duurzame natuurbehoudsinspanningen in verschillende ecosystemen en rurale regio’s wereldwijd. - Onderzoekscoördinator Jacob Willie