Teamwork of egoïsme? ZOO Antwerpen onderzoekt samenwerkende stokstaartjes

“Kunnen stokstaartjes echt zo goed samenwerken?” Die vraag is de hoeksteen van een nieuw wetenschappelijk onderzoek in ZOO Antwerpen. Met een 3D-printer ontwikkelden de onderzoekers een speciaal apparaat om de dieren een unieke uitdaging voor te leggen. Werken ze effectief samen om allebei een beloning te krijgen? Of kiezen ze voor hun eigenbelang en druipen ze af zonder succes?

Het apparaat waar de stokstaarten tien weken lang nieuwsgierig naar komen kijken, is vormgegeven als een doos met twee schuiven aan tegenoverliggende zijden. Door de gaten in het toestel ruiken de dieren de meelwormen die erin verstopt zitten. “Als één dier aan de ene schuif trekt, terwijl een ander dat tegelijkertijd aan weerszijde doet, dan valt het onderdeel met de beloning naar beneden”, legt wetenschapper Jonas Verspeek uit. “Samenwerken loont dus in dit onderzoek.”

Samenwerken loont in dit onderzoek.

Het aanleren van dit gedrag gebeurde stapsgewijs. ”Eerst leerden we de dieren dat ze aan het toestel moesten trekken om een beloning te krijgen. Vervolgens introduceerden we de volgende cruciale stap: alleen als twee dieren tegelijkertijd aan verschillende schuiven trekken, krijgen ze de beloning. Daarna voegden we een extra moeilijkheid toe: tussen beide schuiven zit nu een kleine elastiek geplaatst die weerstand biedt, zodat de dieren daadwerkelijk kracht moeten uitoefenen voordat de beloning vrijkomt.”

Samenwerkers bij uitstek

In ZOO Antwerpen wonen twee stokstaartgroepen en vosmangoesten, in ZOO Planckendael leven er zebramangoesten. Dit zijn uitstekende diersoorten op de complexe mechanismen van samenwerking bij te bestuderen. “We zien bij stokstaartachtigen in hun natuurlijke habitat al verschillende soorten gedrag waarbij ze al op één of andere manier samenwerken. Denk maar aan het typische beeld van een stokstaartje dat op een hoger gelegen plek op uitkijk staat en de groep alarmeert bij dreigend gevaar.”

“Stokstaarten hebben ook een complexe samenleving met diverse banden tussen de dieren onderling, waarbij ze ook aan ‘allomaternal care’ doen. Dat betekent dat er een vrouwtje voor de jongen van andere dieren gaat zorgen. We weten uit onderzoek dat hoe vaker allomaternal care voorkomt, hoe groter de kans op samenwerking is. We spreken dan ook over prosociaal gedrag, gedrag waarin je anderen gaat bevoordelen in plaats van jezelf.”

Toekomstperspectief

De wetenschappers observeren tien weken lang nauwgezet de reacties van de stokstaarten. “Elke werkdag plaatsen we het toestel een uur lang bij de dieren. We registreren nauwkeurig of er samenwerking plaatsvindt, maar kijken ook verder. Welke factoren beïnvloeden hun reacties? Welke dieren slaan er sneller de handen in elkaar? Zijn er individuen die het apparaat willen domineren en de anderen geen kans geven? Of zijn er die net wegblijven als er anderen in de buurt zijn?”

Bovendien zorgt het apparaat ook voor verrijking voor de dieren. “De verzorgers kunnen het toestel blijvend gebruiken om het eten aan de stokstaartjes op een andere, creatieve manier aan te bieden. Dankzij het apparaat moeten de dieren langer zoeken naar hun meelwormen en moeten ze meer inspanningen leveren om hun eten te bemachtigen. Net zoals in de natuur.”

Het toestel is naast een onderzoekstool ook een manier om voeding op een creatieve manier aan te bieden, net zoals in de natuur.

Meer dan meerkatten

Het bestuderen van samenwerking bij stokstaartachtigen of meerkatten past in een grotere vergelijkende studie die loopt in het wetenschapscentrum van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael. Daarin willen de wetenschappers de ‘regulerende mechanismen’ van samenwerking blootleggen. Ze gaan dus op zoek naar de processen of factoren die ervoor zorgen dat een bepaald gedrag of verschijnsel op een bepaalde manier verloopt of wordt gestuurd. Het gaat om de onderliggende regels of principes die het gedrag beïnvloeden en ervoor zorgen dat het in een bepaalde richting wordt gestuurd.

“In onze vergelijkende studie is het belangrijk dat we deze samenwerkingsexperimenten bij verschillende diersoorten uitvoeren. Zo krijgen we steeds meer en beter inzicht in de evolutie van sociaal gedrag en de noodzakelijke denkprocessen die daarmee gepaard gaan”, besluit Verspeek.