In het hart van schildpadden

Bijzondere patiënten op de onderzoekstafel van de dierenarts in ZOO Antwerpen: drie stralenschildpadden ondergingen een echografisch hartonderzoek. “Deze testen zijn essentieel voor het opstellen van referentiewaarden waarmee we wereldwijd bijdragen aan betere diagnoses en behandelingen voor deze soort,” legt dierenarts Jonas Spruyt uit.

 Foto @ Matthias Pav
Foto @ Matthias Pav

De interesse in de harten van de drie stralenschildpadden kwam voort uit een specifieke vraag van een andere dierentuin. “In Artis ZOO in Amsterdam kreeg een stralenschildpad te maken met hartproblemen. Om de ernst daarvan goed in te schatten, wilden de specialisten daar de toestand van het dier vergelijken met gezonde tegenhangers. Daarom namen ze contact op met onze dierentuin, waarna wij aan de slag gingen met onze eigen dieren: twee mannetjes en een vrouwtje,” aldus Spruyt.

Klein hartje, grote inzichten

Foto @ Matthias Pav
Foto @ Matthias Pav

Samen met zijn team onderzocht Spruyt de harten van de dieren terwijl de schildpadden bij bewustzijn bleven. “Als het niet strikt noodzakelijk is om dieren te verdoven, vermijden we dat altijd. Het brengt immers onnodige risico’s met zich mee. De verdoving heeft bovendien ook een effect op de normale functie van het hart, wat het onderzoek bemoeilijkt,” legt Spruyt uit. De schildpadden reageerden kalm en lieten de artsen zonder problemen hun hartfunctie bestuderen.

De resultaten van de echografie waren geruststellend. De atria (boezem) en ventrikels (hartkamers) van de drie dieren uit ZOO Antwerpen waren uniform van grootte en aanzienlijk kleiner dan die van het zieke dier uit ARTIS ZOO. Het was ook meteen duidelijk dat het hart op een gezonde manier werkte, wat essentieel is om het bloed door het lichaam te pompen.

Wereldwijd waardevol

Foto @ Matthias Pav
Foto @ Matthias Pav

Deze bevindingen en metingen vormen een belangrijke eerste stap voor het begrijpen van hartproblemen bij stralenschildpadden,” zegt Spruyt. “Ze helpen ons om afwijkingen sneller te identificeren en gerichte behandelingen in te zetten. Onze eerste resultaten kunnen bijdragen aan internationale referentiewaarden, zodat dierentuinen wereldwijd van deze kennis kunnen profiteren.”

Het dierenartsenteam heeft bovendien plannen om vergelijkbare studies naar referentiewaarden bij andere diersoorten uit te voeren.