Binnenkijken bij de dierenkeuken: voedingszorg voor een gezond dierenleven
Gezonde voeding is enorm belangrijk voor zowel mens als dier. Voedingsdeskundigen en specialisten vergaren steeds meer kennis over voeding en de effecten ervan op ons lichaam. In de afgelopen decennia groeide het besef onder onze wetenschappers dat de voeding van de dieren niet alleen moet voorzien in de behoeften van het dier, maar ook hun natuurlijke gedrag best kan stimuleren. De dierenkeuken van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael past daarom stelselmatig het dieet van diverse dieren aan, in nauwe samenwerking met de dierenarts en gedragsexperts.
Voeding op maat voor elke diersoort
Bij op maat gemaakte dieetveranderingen wordt niet alleen gekeken naar fysieke gezondheid, maar ook naar het gedrag en het emotioneel welbevinden van elk individueel dier. Een aanpassing in het dieet van een dier is altijd doordacht:
- Wat staat er op het menu van het dier in de natuur?
- Hoe functioneert het spijsverteringssysteem?
- Wat eten verwante diersoorten?
- Wat kregen de dieren in andere dierentuinen te eten?
Bij ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael steunen ze op de expertise van Roxanna van Riemsdijk, coördinator Dierenkeuken en voedingsdeskundige. Zij stelt evenwichtige, gezonde en voedzame menu’s samen. “Het bevat precies de juiste hoeveelheid eiwitten, vetten, koolhydraten, vezels, vitaminen en mineralen. Wanneer nodig, passen we dit menu stelselmatig aan voor de dieren”, legt ze uit. De valkuil hierbij is dat de nutritionele voedingswaarde van het voedsel in de natuurlijke habitat van het dier kan verschillen van het voedsel beschikbaar in Noordwest-Europa. “Een wilde tropische vrucht heeft een heel ander suikergehalte dan een gecultiveerde soort uit onze streken”, vult Roxanna aan.
Voedingsdeskundige aan het woord: balanceren met nutriënten en natuur
Bij de dierenkeuken van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael worden stapsgewijs voedingsaanpassingen doorgevoerd voor specifieke diersoorten, in samenwerking met wetenschapster Sara Depauw van de Odisee Hogeschool en betrokken dierenverzorgers. “Dierenverzorgers zijn de eersten die de effecten van het nieuwe dieet opmerken. Het is cruciaal om hen te betrekken voor een nauwkeurige evaluatie.” legt Roxanna uit.
Het juiste dieet vinden dat optimaal aansluit bij de behoeften van elke diersoort is een ware kunst.”
Een van de meest ingrijpende veranderingen betrof het groentedieet voor de chimpansees bij ZOO Antwerpen. De dagelijkse portie fruit is voornamelijk vervangen door groenten, omdat die minder suikers bevatten. Het resterende fruit is beperkt tot maximaal 2 stuks per dier per dag. Dagelijks krijgen de mensapen 3 tot 4 verschillende groentesoorten, bijvoorbeeld andijvie, prei en rode bieten op maandag en paksoi, broccoli, tomaat en wortelen op dinsdag. Bij iedere voedingsbeurt wordt 1 soort groente aangeboden. Dit patroon herhaalt zich elke 7 dagen, wat resulteert in een wekelijks cyclisch dieet.
Niet alleen bij de mensapen wordt geëxperimenteerd, ook de browsers zoals bongo’s, giraffen, muntjaks, dikdiks … krijgen een aangepast voedermanagement. In 2021 werd een volledig nieuw dieet geïntroduceerd met compleet andere producten. Nu wordt de manier waarop de dieren foerageren, het zoeken en vinden van voedsel, aangepakt: meerdere aangepaste porties gedurende de dag met behulp van slowfeeders. Deze voederplekken dagen het dier uit om op een natuurlijke manier voedsel te bemachtigen. “Zeker bij herkauwers die een hele dag door bladeren of hooi eten, is dit interessant”, merkt Roxanna op. Er is geen plaats voor een grote voederbeurt in de ochtend die te snel wordt verorberd.
Dieetveranderingen worden gelijktijdig met gedragsobservaties doorgevoerd. “Het is een delicate opdracht,” verklaart Roxanna, “Wanneer we het dieet van een dier aanpassen, gaat hier altijd een aanpassingsperiode aan vooraf. Of het nu gaat om mensapen, giraffen of bongo’s: we testen wat de dieren wel of niet lusten. We houden rekening met portiegroottes, voedingsmomenten – en typen. Het juiste dieet vinden dat optimaal aansluit bij de behoeften van elke diersoort is een ware kunst.”
Gepaard met de dieetveranderingen wordt er gedetailleerde data verzameld over de dieren zelf. Het eigen onderzoekscentrum van de dierentuin, Het Antwerp ZOO Centre for Research and Conservation (CRC), werkt samen met studenten van het Odisee Hogeschool. Ze voeren gedragsobservaties, mestonderzoeken en body condition scores (BSC) uit. Het gewicht van de dieren dient eveneens als belangrijke gezondheidsindicator. Professionele weegschalen op maat van de dieren zijn essentieel voor nauwkeurige gewichtsmetingen. Een systematische registratie van alle diergegevens is van groot belang om inzicht en controle te hebben over de gezondheid van de dieren.
Impact op het dierenwelzijn: meer dan voeding alleen
De voornaamste drijfveer om diëten van dieren aan te passen, zijn voedingsgerelateerde gezondheidsproblemen bij de dieren. De resultaten bij verschillende diersoorten tonen aan dat een dieetaanpassing bijdraagt aan hun welzijn. Gedrag is een belangrijke welzijnsindicator: dieren horen natuurlijk gedrag te vertonen dat ze in de natuur ook hebben. Door regelmatige gedragsobservaties kan het welzijn van de dieren op een objectieve manier in kaart worden gebracht.
Aantoonbare resultaten bij de browsers laten zien dat de dieren energieker zijn geworden en een natuurlijker foerageergedrag vertonen. Stereotiep gedrag neemt af. Daarnaast hebben de dieren een betere ontlasting na de overschakeling naar het nieuwe dieet.
De eerste resultaten bij de mensapen tonen aan dat ze rustiger en minder nerveus zijn. Hun activiteit stijgt, ze vlooien elkaar meer en vertonen minder agressie tegenover elkaar. Het nieuwe dieet creëert ruimte om meer groentes te voeren, aangezien er minder suikerrijk fruit wordt gegeven. Grotere porties dragen bij aan verminderde agressie binnen de groep. De dieren besteden nu meer tijd aan eten, zoals ze dat ook in de natuur zouden doen.
Toekomstig onderzoek zal onthullen of het gezegde “je bent wat je eet” ook geldt voor dieren.
Toekomstig onderzoek: invloed op het darmmicrobioom
De volgende fase van de studie onderzoekt of dieetwijzigingen invloed hebben op het darmmicrobioom. Aangezien darmbacteriën nauw verbonden zijn met voeding, kunnen ze gedrag beïnvloeden en via hormoonafscheiding de hersenen en het welzijn van het dier beïnvloeden. Of dat daadwerkelijk zo is, zal betrokken wetenschapper Nicky Staes verder onderzoeken. Nicky werkt als postdoctoraal onderzoeker aan het Antwerp ZOO Centre for Research and Conservation (CRC) en de Universiteit Antwerpen. “De monstername is al voltooid en gedragsobservaties zijn uitgevoerd. Nu kunnen we ons richten op de volgende fase van het onderzoek: het analyseren van het microbioom in het laboratorium van Universiteit Antwerpen”, voegt Nicky toe. De resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting in het voorjaar van 2024 worden gedeeld. “Het onderzoek beperkt zich niet tot de resultaten van de bonobo’s in ZOO Planckendael. Het is een grootschalige studie waarbij we het darmmicrobioom van de volledige bonobodierentuingemeenschap in Europa onderzoeken”, verklaart Nicky. Kortom, toekomstig onderzoek zal onthullen of het gezegde “je bent wat je eet” ook geldt voor dieren. Nieuwsgierig? Lees meer in de Science Blog 'Slanke bonobo's hebben slanke ouders'.