Willem-Jan Emsens
ONDERZOEKSTHEMA'S
- Habitatherstel en -behoud
- Veenecologie en biogeochemie
- Community ecology en vegetatiekunde
- Broeikasgassen
VERANTWOORDELIJKHEDEN
Momenteel werk ik als postdoc onderzoeker bij het Antwerp Zoo Centre for Research and Conservation. Mijn belangrijkste verantwoordelijkheden zijn het initiëren en coördineren van wetenschappelijke studies in natuurgebied "De Zegge" en het uitvoeren van fundamenteel en toegepast onderzoek naar habitatherstel en -behoud, zowel in een nationale als internationale context. Ik werk nauw samen met partners van verschillende universiteiten, de overheid en NGO's.
EXTRA ACTIVITEITEN
- Postdoctoraal onderzoeker bij Universiteit Antwerpen, department Biologie
- Ecologisch adviseur voor natuurherstelprojecten, bv. "De Liereman"
ONDERZOEKSINTERESSES
Ik ben een veldecoloog met een zeer brede interesse voor alles wat te maken heeft met habitatbehoud en -herstel, met een specifieke focus op de interacties tussen bodem en planten in veengebieden en soortenrijke graslanden. Mijn primaire doelstelling is om door wetenschappelijk onderzoek een beter begrip te krijgen van de ecologische en biogeochemische complexiteit van ecosystemen, en deze kennis vervolgens toe te passen voor natuurherstel. Kenmerkend voor mijn onderzoek is een holistische en interdisciplinaire benadering: ik combineer doorgaans verschillende wetenschappelijke disciplines, waaronder bodembiogeochemie, vegetatiekunde, bodemmicrobiologie en zoölogie, rekening houdend met spatiotemporele dynamiek van ecosystemen.
KORTE BIOGRAFIE
Mijn wetenschappelijke carrière begon in het tropisch regenwoud van Panama, waar ik trofische interacties tussen ocelotten, agouti's en Astrocaryum-bomen bestudeerde met behulp van cameravallen en radiotelemetrie. In 2011 resulteerde dit werk in een MSc in Bos- en Natuurbeheer aan Wageningen University (NL). Daarna startte ik een doctoraat aan de Universiteit Antwerpen over "het herstel van gedegradeerde ijzerrijke vennen" (2012-2017), waarin ik biogeochemische knelpunten bestudeerde bij het herstel van grondwatergevoede veengebieden. Tijdens mijn promotie was ik ook een half jaar gestationeerd aan de Universiteit van Uppsala (Zweden) om biogeochemische processen in hoogveen te onderzoeken. Na mijn afronding werkte ik als FWO-postdoc aan de Universiteit Antwerpen, waar ik de relatie bestudeerde tussen microbiële gemeenschappen in de bodem en de uitstoot van broeikasgassen door veengebieden. Ondertussen heb ik in 2019 ook kort gewerkt als ecologisch adviseur bij onderzoekscentrum B-WARE (NL). Daar heb ik toegepast onderzoek gedaan naar het herstel van verschillende ecosysteemtypen zoals heidevelden, heischrale graslanden en kalkgraslanden. In 2023 ben ik aan de slag gegaan als postdoc bij het Antwerp Zoo Centre for Research and Conservation.
BELANGRIJKSTE PUBLICATIES
Vijf (recentere) belangrijke publicaties. Een volledige publicatielijst is te vinden op mijn Researchgate profiel.
Emsens, W. J., de Weyer, M., Fuentes, I., Liczner, Y., van Diggelen, R., & Verbruggen, E. (2022). Strong conditionality in plant-fungal community assembly after soil inoculation in post-agricultural grasslands. Soil Biology and Biochemistry, 166, 108580.
Kreyling, J., Tanneberger, F., Jansen, F., Van Der Linden, S., Aggenbach, C., Blüml, V., Emsens, W. J., … & Jurasinski, G. (2021). Rewetting does not return drained fen peatlands to their old selves. Nature communications, 12(1), 5693.
Emsens, W. J., Verbruggen, E., Shenk, P., Liczner, Y., Van Roie, M., & van Diggelen, R. (2021). Degradation legacy and current water levels as predictors of carbon emissions from two fen sites. Mires & Peat, (27).
Emsens, W. J., van Diggelen, R., Aggenbach, C. J., Cajthaml, T., Frouz, J., Klimkowska, A., ... & Verbruggen, E. (2020). Recovery of fen peatland microbiomes and predicted functional profiles after rewetting. The ISME journal, 14(7), 1701-1712.
Emsens, W. J., Aggenbach, C. J., Rydin, H., Smolders, A. J., & van Diggelen, R. (2018). Competition for light as a bottleneck for endangered fen species: An introduction experiment. Biological Conservation, 220, 76-83.